SV | Maar indien de mens veel jaren heeft, [en] verblijdt zich in die allen, zo laat hem ook gedenken aan de dagen der duisternis, want die zullen veel zijn; [en] al wat zal gekomen is, is ijdelheid. |
WLC | כִּ֣י אִם־שָׁנִ֥ים הַרְבֵּ֛ה יִחְיֶ֥ה הָאָדָ֖ם בְּכֻלָּ֣ם יִשְׂמָ֑ח וְיִזְכֹּר֙ אֶת־יְמֵ֣י הַחֹ֔שֶׁךְ כִּֽי־הַרְבֵּ֥ה יִהְי֖וּ כָּל־שֶׁבָּ֥א הָֽבֶל׃ |
Trans. | kî ’im-šānîm harəbēh yiḥəyeh hā’āḏām bəḵullām yiśəmāḥ wəyizəkōr ’eṯ-yəmê haḥōšeḵə kî-harəbēh yihəyû kāl-šebā’ hāḇel: |
Maar indien de mens veel jaren heeft, [en] verblijdt zich in die allen, zo laat hem ook gedenken aan de dagen der duisternis, want die zullen veel zijn; [en] al wat zal gekomen is, is ijdelheid.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar indien de mens veel jaren heeft, [en] verblijdt zich in die allen, zo laat hem ook gedenken aan de dagen der duisternis, want die zullen veel zijn; [en] al wat zal gekomen is, is ijdelheid.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!